Op 3 juni 2021 vond in de rechtbank Assen een verhitte discussie plaats tussen mijn cliënte en een uitgeverij. De inzet van dit kort geding was een vordering van De uitgeverij tot rectificatie. Rectificatie van een e-mail van mijn cliënte waarin zij de uitgever beschuldigd zou hebben van diefstal, het ‘kapen’ van haar magazine “Baby op Komst” en het spelen van gemene spelletjes.
Wat was er aan de hand?
Vorig jaar sloten cliënte en de uitgever een overeenkomst waarbij het de bedoeling was dat de uitgever het magazine “Baby op Komst” naar een hoger niveau zou tillen. Dit onder gebruikmaking van het jarenlang opgebouwde netwerk van cliënte bij verloskundigenpraktijken.
De eerste editie van het blad volgde. Maar daarbij ook direct een aansprakelijkstelling van de uitgever omdat cliënte niet zou hebben geleverd wat was overeengekomen. Kort en goed zou het netwerk van cliënte niet het “Ei van Columbus” zijn zoals zij dat had doen voorkomen.
Ontbinding overeenkomst
Uiteindelijk ontbindt de uitgever de overeenkomst gedeeltelijk en gaat zij bezig met de uitgifte van een nieuw en eigen blad en insinueert zij daarbij dat “Baby op Komst” zal verdwijnen. Dit uiteraard tegen het zere been van cliënte, zodat een tegenvordering werd ingesteld.
De uitkomst
Omdat Een uitspraak in dit kort geding geen oplossing zijn voor het echte inhoudelijke juridische geschil, met alle onzekerheden en financiële consequenties van dien, was mijn inzet het overeenkomen van een totaalregeling.
Na lang onderhandelen, met hulp van de rechtbank, kwam die totaalregeling er ook. Partijen zijn totaal van elkaar bevrijdt, gaan allebei hun eigen magazine uitgeven en ‘rectificeren’ gezamenlijk hun uitlatingen. Mijns inziens een resultaat dat beide partijen, ondanks gezonde weerstand, uiteindelijk tot tevredenheid moet stellen.
Dagblad van het Noorden was aanwezig tijdens de zitting, lees het artikel op:
Heeft u een juridisch geschil en bent u op zoek naar vrijblijvend advies? Neem dan contact met ons op.