Vergunning voor wadlooptochten onterecht geschorst en ingetrokken

Cliënt is begeleider van wadlooptochten. Voor het organiseren van wadlooptochten is een vergunning nodig en deze vergunning wordt verleend door de Provincie Fryslân. Op een van de tochten, op Gronings grondgebied, wordt cliënt gecontroleerd en worden zeer veel overtredingen van de voorschriften geconstateerd.

Het resultaat was dat de Provincie Fryslân direct tot schorsing van de vergunning overging en uiteindelijk ook de vergunning definitief heeft ingetrokken. Het bijzondere is dat deze vergunning door de Provincie Fryslân wordt verleend namens de drie noordelijke provincies, waaronder de Provincie Groningen.

Namens cliënt is alles uit de kast gehaald om deze besluiten van tafel te krijgen. Na een procedure bij de rechter volgt een procedure in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur. Daarna volgde een bezwaarschriftenprocedure en na ongeveer zeven maanden uiteindelijk het advies van de commissie.

In dit 16 pagina’s tellend document wordt werkelijk geen spaan heel gelaten van de besluiten van de Provincie Fryslân:

  • De Provincie Fryslân was niet bevoegd om namens de Provincie Groningen handhavend op te treden. De besluiten voor zover deze zien op het grondgebied van Groningen zijn dan ook genomen in strijd met het legaliteitsbeginsel.
  • Er was geen sprake van een ‘ernstige calamiteit’, noodzakelijk om bevoegd te zijn om de vergunning te schorsen. De schorsing is pas vijf weken na de overtredingen genomen. En pas tien weken daarna is noodzakelijk advies gevraagd aan de Veiligheid Advies Commissie. De schorsing heeft dan ook langer geduurd dan strikt noodzakelijk.
  • Het noodzakelijke advies van een Veiligheid Advies Commissie is niet deugdelijk. Het advies kan niet aan de besluiten ten grondslag worden gelegd.
  • Er kan niet voldoende worden vastgesteld dat cliënt alle gestelde overtredingen heeft begaan;
  • De overtredingen die wel zijn aangetoond waren te licht om direct de zwaarste sanctie op te leggen. De intrekking van de vergunning was dus disproportioneel.

Zelden was een advies zo helder:

“Op grond van het voorgaande concludeert de commissie: het besluit tot intrekking van het gedeelte van de vergunning dat ziet op de in de provincie Fryslân gelegen gebieden, in strijd is genomen met het zorgvuldigdheids-, evenredigheids- en motiveringsbeginsel.”

Acht maanden na de onterechte schorsing krijgt cliënt zijn vergunning terug en mag hij weer het wad op. De zaak is daarmee helaas nog niet geheel afgerond. Het vervolg is een schadeclaim richting de Provincie Fryslân wegens het nemen van onrechtmatige besluiten.

Heeft u vragen over het aanvragen van vergunningen, omgevingsrecht, bestemmingsplannen en handhavingszaken? Neem dan contact op met ons kantoor via info@wassinkadvocatuur.nl of via het contactformulier.